De beste keeper die Onstwedder Boys (bijna) nooit had

150831 - Wubbe Nobbe

Kort nadat Wubbe Nobbe onlangs te horen kreeg dat hij ernstig ziek is en niet weer beter wordt, begint het weer te borrelen in zijn hoofd. Dat verhaal uit de beginjaren van Onstwedder Boys, dat eigenlijk zou thuishoren in een jubileumboek. Dat verhaal dat hij al zo lang wil vertellen, het kwam er gewoon nog nooit van. Toen oud-Boys voorzitter Harm Jan Wubs op ziekenbezoek kwam, zei Wubbe dat hij een verhaal over Onstwedder Boys te vertellen heeft. En dat hij dat verhaal ontzettend graag nog opgeschreven wil zien. Drie dagen later zitten wij – Harm Jan Wubs en ik – aan Wubbe’s ziekbed in het Refajaziekenhuis in Stadskanaal.

 

Wubbe Nobbe op het voetbalveld. Een gulle lach. Een glimmend, hoog voorhoofd en priemende ogen. ,,Goa even achter de hekken mien jong.’’ En altijd een scherp weerwoord. Zo kennen vele Onstwedder Boys van nu hem. Grijze jas met ‘Gastheer’ erop. En dat is hij, al zestien jaar. Een hartelijke en keurige ontvangst voor iedereen die in functie De Boskamp bezoekt, tegenstanders en scheidsrechters. En in de bestuurskamer koffie met cake en na de wedstrijd een drankje en hapjesschaal. Gastvrij is hij. En altijd belangstellend. Wubbe is van het type ‘ruwe bolster, blanke pit’. Wat veel minder mensen weten is dat Wubbe Nobbe de beste keeper is die Onstwedder Boys (bijna) nooit had. En laat dat nou net het verhaal zijn dat Wubbe graag wil vertellen.

 

Als in 1962 en 1963 de eerste voortekenen van de oprichting van een voetbalclub zich aandienen, is Wubbe al een aantal jaren als doelman actief in wedstrijdverband. Als B’er bij Alteveer en in de A’s bij SJS in Stadskanaal, omdat hij niet op zondag wilde voetballen. Maar voetbal in eigen dorp, dat zou natuurlijk helemaal geweldig zijn. Hij wordt dan ook bij de oprichting al lid van De Boys.

 

Daarmee wordt hij ongewild onderdeel van een van de eerste strijdtonelen van de oranjehemden. Want wie moet er keeper worden van Onstwedder Boys 1? Een trainer is er op dat moment nog niet en dus kiest het bestuur. En die keuze valt niet op WubbeNobbe die een uitstekende doelman is. Uitverkoren als eerste keeper wordt Gijs Lutjeboer, toevallig of minder toevallig de zoon van bestuurslid Haarm ‘Schougie’. ,,Gijs was melkboer’’, vertelt Wubbe. ,,En die moest zijn route van zaterdag wel doen. Dus hielpen we hem in de ochtenduren. Dan snel naar het voetbalveld – toen nog aan de Kampweg, naast waar nu de Smith Ranch staat – en dan ging ik eerst op doel. Gijs moest dan nog zijn melkrit afmaken. Die had dan zo’n haast dat hij regelmatig een adres ‘vergat’. Dan kon Harm Jan Wubs er achteraan om die adressen alsnog te leveren. En als Gijs dan op het voetbalveld kwam, dan moest ik het doel uit want hij moest keepen.’’

 

De beste keeper die de mindere keeper hielp met z’n werk zodat die laatste op tijd kon zijn om alsnog de plaats onder de lat in te nemen. Dat was echte vriendschap. ,,Gijs is ook een ontzettend aardige kerel’’, zegt Wubbe. Die situatie hield overigens niet lang stand. Want al snel na de oprichting kreeg Onstwedder Boys zijn eerste trainer: Simon Spieard uit Ommelanderwijk. Hij heeft het gelijk gezien en posteert Wubbe onder de lat. Volgens Spieard was er zelfs belangstelling van betaald-voetbalclub SC Veendam voor de Onstwedder doelman.

 

Zo ver zou het echter nooit komen. Want, zoals de titel van dit stuk al zegt, Wubbe Nobbe is de beste keeper die Onstwedder Boys (bijna) nooit had. Zijn tweede wedstrijd in Onstwedder Boys 1 was thuis tegen De Gemzen, een ploeg rouwdouwers uit Nieuwolda. De tegenpartij in de aanval, Wubbe komt uit en de spits van de Nieuwolders zet met gestrekt been een sliding in. Vol raak. ,,Je hoorde het in de verte kraken’’, zegt oorgetuige Harm Jan Wubs. Wubbe liep zelf nog het veld uit, maar werd daarna door ambulancechauffeur Jan Heikens in de ziekenauto van De Wit uit Vlagtwedde overgebracht naar het Sint Lucasziekenhuis in Winschoten. Het was dit ziekenhuisbezoek dat gelijk een streep trok door zijn actieve voetballoopbaan Niet vanwege dat gebroken been, want dat heelde wel weer. Maar wel omdat er tijdens dat ziekenhuisbezoek iets heel anders werd ontdekt: Wubbe bleek een nieraandoening te hebben. Het voetballen werd hem verboden. En daarmee kwam een veelbelovende keeperscarrière abrupt en veel te vroeg tot een einde. En was gelijk de eerste sportieve strijdbijl begraven
Ruim twintig jaar later keepte Wubbe nog wat wedstrijdjes in de onderste regionen, bij Damacota in zijn woonplaats Nieuwe Pekela. Ook werd hij daar keeperstrainer, van onder meer René Jonker. Toen Jonker verhuisde naar Onstwedde en eerste doelman werd van Onstwedder Boys, verkaste Wubbe Nobbe mee. Hij was hier nog korte tijd keeperstrainer.
Bij de Boys was Grietinus Huls destijds gastheer. Hij stopte met dit werk en dus was er een vacature. ,,Op zaterdagmiddag stond ik langs de lijn, toen Harm Jan bij me kwam. ‘Most even mitlopen’ zei hij, waarna hij me het koffiezetapparaat in de bestuurskamer liet zien met de woorden ‘dit is dien nijeboantje’’’, vertelt Wubbe. Een lezing die door de oud-voorzitter echter op enkele punten wel wat wordt omstreden. Samen kunnen ze er hartelijk om lachen. Net als dat Wubbe de humor er wel van kan inzien dat Grietinus hem regelmatig inwrijft dat hij wel een ‘gouden’ speldje kreeg voor zijn werk en Wubbe nog niet.

 

Even is het stil. Wubbe kijkt melancholisch naar buiten, naar de hoofdingang van het Refaja. Vanavond hoort hij of hij naar huis mag. Het nieuws van zijn ziekte is nog zo vers. Het stemt verdrietig en weemoedig. Wubbe wordt moe, we moeten gaan. Voordat we hem de hand schudden zegt hij tot besluit: ,,Onstwedder Boys is mijn cluppie. Ik heb het werk voor de vereniging altijd met heel veel plezier gedaan.’’

 

Jan Johan ten Have